Vandaag heb ik een speciaal gastartikel over mensenrechten voor jullie: ‘Human rights or the wish to provide. Het artikel is geschreven door Jan Budding, jurist bij uwwet.nl. Benieuwd naar het artikel? Lees dan snel verder…
‘Human Right’ or ‘Serving Will’
Democratische rechtsstaat
Om aan te sluiten bij mijn vorige artikel is het toch lastig gebleken om helder te krijgen hoe grondrechten vorm moeten krijgen. Nu wonen we in Nederland en dat is een zogenaamde democratische rechtsstaat. Aan een democratische rechtsstaat worden een aantal eisen gesteld. Er is sprake van een democratische rechtsstaat als het voldoet aan de navolgende vereisten:
a) democratie: actief kiesrecht; passief kiesrecht; het recht om naar politieke machtsverwerving te streven; politieke grondrechten worden beschermd; vertegenwoordigende colleges hebben invloed op de besluitvorming; openbaarheid van besluitvorming en besluiten; in besluitvorming wordt de meerderheidsregel gehanteerd en rechten van minderheden worden gerespecteerd;
b) rechtsstaat: legaliteitsbeginsel (overheidsoptreden waardoor burgers gebonden worden – in hun vrijheden beperkt worden – moet op een wettelijke grondslag berusten); machtsverdeling (de drie basisbevoegdheden van de staat, te weten wetgeving, uitvoering en rechtspraak, dienen niet in één hand te liggen, maar moeten gespreid worden over verschillende organen die elkaar in evenwicht houden, de zogenaamde trias politica); grondrechten worden beschermd (dat wil zeggen specifieke garanties die in de Grondwet zijn neergelegd ter bescherming van historisch bedreigde terreinen) en er is rechterlijke controle (er dient een neutrale derde te zijn die aan de hand van de wetten conflicten zonder aanzien des persoons beslist en niemand dient rechter in eigen zaak te zijn).
Er is sprake van een staat indien deze een territoir heeft (een staat is een territoriaal bepaalde gezagseenheid), daarop is een bevolking woonachtig en tenslotte dient er een regering te zijn die effectief en daadwerkelijk gezag uitoefent over de bevolking die woonachtig is op het territoir. Allemaal mooi natuurlijk, maar het kan zo zijn dat de democratie, waarbij de meerderheid anders denkt en er een besluitvorming plaatsvindt waarbij de meerderheidsregel gehanteerd wordt, op een zeker moment tekort doet aan de waarden van een mens. Bij dezelfde democratie hoort echter ook dat de rechten van de minderheden worden gerespecteerd en met voornoemde in het achterhoofd is het natuurlijk interessant om te weten welke mensen maken nu deel uit van de meerderheid en waar staan deze mensen voor. Tevens is het interessant om te weten welke mensen aldus behoren tot de minderheden en waar staan zij voor en worden die rechten daadwerkelijk gerespecteerd en in hoeverre dan?
Inhoud huidige grondrechten
De huidige grondrechten hangen samen met de fundamentele waarden van de mens, zoals beschreven in mijn vorige artikel. Wat zijn dan fundamentele waarden? In artikel 1 van de Grondwet is het gelijkheidsbeginsel geregeld. In de navolgende artikelen is het navolgende geregeld, te weten in artikel 2: Nederlanderschap; artikel 3: passief kiesrecht; artikel 4: actief kiesrecht; artikel 6: vrijheid van godsdienst of levensovertuiging; artikel 7: vrijheid van meningsuiting; artikel 8: vrijheid van vereniging; artikel 9: het recht tot vergadering; artikel 10: eerbiediging persoonlijke levenssfeer en in artikel 11: recht op onaantastbaarheid van het lichaam. Dit zijn de zogenaamde klassieke grondrechten die rechtens afdwingbaar zijn.
Amsterdam als referentiekader
Amsterdam is de wereld in het klein (820.000 inwoners). Er is geen andere stad in de wereld met meer nationaliteiten in één stad (180). De diversiteit van mensen is dus zeer groot. Wellicht kunnen we deze stad bij uitstek als uitgangspunt nemen om een en ander helder te krijgen ter zake het formuleren van grondrechten.
Men noemt Amsterdam ‘de stad van de vrijheid.’ Helder is dat één van de redenen waarom mensen op bepaalde wijzen denken te maken heeft met hun levensovertuiging en dat hangt vaak af van het al dan niet religieus zijn. Nergens in geloven kan ook een geloof zijn.
Interessant is dat het aantal religieuze mensen in elk geval aan het afnemen is. Ofwel een groter deel van de inwoners in Amsterdam hangt geen religie aan. Dat blijkt uit een onderzoek. In 1849 was 100% van de inwoners kennelijk gelovig. In 2012 was dat percentage gedaald naar 38%. Ofwel 62% hangt geen enkel geloof aan. In 2012 voelde 13% zich verbonden met de islam, 7% betreft rooms-katholieken, 4% acht zich verbonden met het christendom en 1% tot het Jodendom. Ofwel uit voormelde kunnen we afleiden dat een meerderheid geen geloof aanhangt en aldus kan die meerderheid met het democratische systeem in het achterhoofd aldus wetgeving uitvaardigen in strijd met de grondbeginselen die voortkomen uit de fundamenten van de gelovigen (ongeacht welke dat ook moge zijn). Concluderend moeten we ons dan afvragen of er overeenkomsten zijn tussen al deze mensen, waardoor er draagvlak kan ontstaan ter zake de inhoud van mensenrechten. Denk aan 508.400 mensen die niet gelovig zijn en daartegenover 311.600 mensen die wel gelovig zijn (waarvan onder meer 106.600 islamieten en 32.800 christenen). Daarbij moet men bedenken dat er binnen de gelovigen een groot verschil van inzicht bestaat over de ware godsdienst. Bovendien bestaan er binnen de gelovigen binnen een bepaalde stroming ook wederom verschillen. Ook de niet gelovigen hebben een verschil van inzicht over de waarden van het leven. Kortom de wereld in het klein.
Toepassing
In mijn vorige artikel heb ik ook aangegeven dat de oorsprong ter zake het vormgeven van grondrechten, gezien de grote verschillen tussen mensen, mogelijk kan liggen in elkander liefhebben. Ik schreef ‘heb de ander lief gelijk uzelf.’ Echter wat nu als u uzelf niet lief heeft? Dat kan dan inhouden dat u een ander ook niet lief hoeft te hebben. Laat staan dat er sprake zal zijn van onvoorwaardelijke liefde. Bestaat dat en hoe ziet deze er alsdan uit? Zijn er mensen in de geschiedenis geweest of mensen die vandaag de dag nog leven die daarvan een voorbeeld waren of zijn? Kent u zo’n persoon? En wat verstaan wij onder het woord onvoorwaardelijk? Moet de liefde an sich zich niet op een bepaald niveau bevinden, voordat we het als uitgangspunt kunnen nemen?
Is het niet zo dat indien wij de anderen met onvoorwaardelijke liefde willen liefhebben, alsdan onze relatie met anderen ook zal wijzigen en dat er een dienende houding zal ontstaan richting de anderen?
Hoe maakt dat een vertaalslag naar grondrechten? Rechten bewerkstelligen juist het tegenovergestelde van dienen. Rechten impliceren bepaalde waarden waarvoor je kan gaan staan en waar men recht op heeft. Aldus waarden waarop men kan pleiten en waarbij u anderen de grenzen voor wilt houden van hun rechten. Echter, krijgt dan de liefde wel de ruimte om volledig tot uiting te komen? Is het niet de liefde die meer en meer tot uitdrukking komt op het moment dat mensen minder een beroep doen op hun rechten, maar meer en meer gaan staan in een dienende houding naar de ander, terwijl dienen vaak ten koste gaat van onderdelen van de persoon die dient. Hoe ver moet men gaan dan?
Echter uit de geschiedenis is wel gebleken dat het gedrag van de ene persoon die persoon bij anderen geliefd heeft gemaakt. Daarentegen kan het gedrag van iemand juist ook afstand creëren ten opzichte van een ander persoon en die persoon niet geliefd maken.
Daarbij moet men nog bedenken wat zich achter de schermen heeft afgespeeld bij al deze personen ten tijde van hun handelen, want dat is lang niet altijd bekend. Er spelen vaak vele belangen van vele verschillende partijen een rol. De lijnen zijn niet altijd helder te traceren, maar dat bepaalde machten een bepaalde rol vervullen, dat staat als een paal boven water. De touwtjes van de lijnen zijn vaak ook in handen van partijen die niet op de voorgrond treden. Echter de drijfveren van deze partijen zijn vaak gelegen in rijkdom, macht en status. Echter hebben deze drijfveren te maken met de liefde zoals deze bedoeld was als deze al een bedoeling had? Zegt u het mij.
Is er al met al een gemeenschappelijk startpunt om vanuit te vertrekken voordat we toekomen aan het formuleren van de grondrechten en vervolgens het trachten te realiseren van de grondrechten. Kunnen we grondrechten mogelijk ook niet anders definiëren?
We leven samen in een samenleving waarin de individuen van die samenleving verschillen. Hoe kunnen die individuen dan met elkaar verbonden worden, of moet dat helemaal niet? Is het juist goed om niet te verbinden of om meer te kijken en te denken: ‘we zien wel hoe het loopt’. Verbinding zorgt ook voor inzicht en dat kan inhouden dat juist zichtbaar wordt dat mensen verschillen. Verschillen kunnen juist zorgen voor ontbinding. Echter we hebben toch met elkaar te maken? Elkaar leren kennen is toch goed, ongeacht wie de ander is. Of is dat juist niet goed? Wat zorgt dan voor een verbinding? Wat zorgt er vervolgens voor dat de verbinding in stand blijft? Het is vaak een bepaalde ‘klik.’ Dat komt vaak door een bepaald gevoel, maar hoe ontstaat dat dan en kan dat ook ten einde komen? Wat was het nut daarvan dan als het ten einde is gekomen? Is het überhaupt zinvol om te spreken over mensenrechten die voor een ieder gelden? In een samenleving is mijn inziens draagvlak nodig voor die grondrechten. Dat wil zeggen een vlak die gedragen wordt door iedereen. Maar hoe moet dat vlak er concreet uitzien, zodat het gedragen kan worden door iedereen? Moet dat vlak dan niet vervuld zijn van liefde? Dat kent toch iedereen, althans, dat wilt toch iedereen? Of is er ook verdeeldheid ter zake de invulling van de liefde?
Kan het zijn dat de liefde tot uitdrukking komt in het geven van vrijheid aan de ander, terwijl je in verbinding staat met die ander, ongeacht hoe de ander zijn leven vormgeeft en accepteer je die ander en zul je er voor die ander zijn op de momenten dat de ander dat nodig heeft en ook op de momenten dat de ander dat niet nodig heeft. Bij de ware liefde tussen twee personen is dat wederzijds en krijgt het ook op die wijze invulling, daarbij rekening houdend met de persoonlijkheden van de personen in die zin dat mensen een en ander op verschillende wijzen uiten en vormgeven.
En reikt de liefde zover dat er geen grenzen aan die vrijheid gesteld worden? Ofwel moet dat tot gevolg hebben dat alles maar moet kunnen als er iemand is die van mening is dat iets moet kunnen.
Zegt u het mij.
Dienende wil
Is het mogelijk om grondrechten te formuleren in de zin van bijvoorbeeld de ‘Dienende wil’. Kan het zo zijn dat voormelde het startpunt is geweest bij het formuleren van de huidige grondrechten en dat we deze moeten beschermen en kunnen we hier niet opnieuw over nadenken in die zin dat we onze blik moeten houden op het dienen van andere mensen. In plaats van de wensen om te ontvangen deze om te zetten in schenken. Niet omdat het moet, maar omdat het kan en omdat we het willen. Niet voor onszelf, maar voor de ander, en dat zonder enig belang. Dus ook niet om ons een ‘goed gevoel’ te geven. Is delen ook niet gelijk aan vermenigvuldigen en zo ja hoe werkt dat dan?
Leven we niet in zijn algemeenheid in een samenleving waarin we verstrooid zijn geraakt en waarbij we geen oog meer hebben voor de zaken waar het werkelijk om draait. De westerse samenleving is ook enigszins gestoeld op het kapitalisme en het individualisme. Dat wil aldus zeggen dat kapitaal van grote waarde is. Daarnaast wil dat zeggen dat we als individu van grote waarde willen zijn. Ofwel onze ‘ik’. Onze ‘ik’ hangt samen met een naam en die naam moet toch betekenis krijgen in de samenleving. Ofwel je moet toch wel, als het enigszins kan, een beetje ‘naam maken’. Tja.
Echter wat nu, als we ons gehele leven bezig zijn met ‘naam maken’ (status) en zorgen voor ons kapitaal (rijkdom) en daarbij ook nog onze machtsmogelijkheden gebruiken (macht) en aan het einde van ons leven, te weten op ons sterfbed (als we deze al krijgen) en ons kleinkind (als we deze al krijgen) zal ons vragen alwaar het in het leven om draaide en we komen tot voormelde opsomming en kunnen de liefde niet overbrengen? Wat is het dan geweest? Wat heeft het leven dan voor waarde gekend voor onszelf en voor anderen om ons heen?
Ofwel: sterven we letterlijk als rijke stinkerd en zal de mens die persoon als dusdanig herinneren, hetgeen mijn inziens een arme erfenis betreft, of heeft de mens de liefde willen doorgeven, hetgeen mijn inziens echt van waarde is. Dan kun je mijn inziens sterven als een arm persoon die een aangename geur achterlaat. De geur van de liefde.
Echter om op voormelde een antwoord te geven is het waarschijnlijk zaak om inzicht te krijgen in wie u bent. Wie u bent gaat u mij waarschijnlijk niet vertellen, want ik ken u als lezer van dit artikel niet. Ik heb u nooit gezien, ik heb u nooit in de ogen gekeken, ik heb u nooit gesproken en ik heb uw beweegredenen en de motieven van uw daden en/of nalaten daarvan nimmer vernomen. Ofwel ik ken u niet. Dat is ook niet belangrijk.
De vraag is wel kent u uzelf en kunt u uzelf kennen? Wat is voor u van waarde en van belang? Welke verleidingen komen op uw pad en welke wegen gaat u bewandelen en waarom? Elk mens heeft capaciteiten en talenten ontvangen echter de vraag is hoe zetten wij deze in? U kunt uw naam noemen echter dat zegt in mindere mate iets over wie u bent. Ken uzelf en ken uw identiteit, want daarmee kunnen we rond de tafel en kunnen we het gesprek openen ter zake het bespreken van de mogelijkheid of mensen tot elkaar kunnen komen en overeenstemming kunnen bereiken over waarden die we gezamenlijk belangrijk vinden. Daarna kunnen we het eens over de inhoud van die waarden hebben.
Worden het alsdan ‘grondrechten’ of worden het ‘dienende willen’? Zal de uitvoering altijd goed verlopen? Dat geloof ik niet. De mens doet vaak onjuiste dingen. Ondanks dat we soms ‘goede bedoelingen’ hebben bereiken we vaak het tegenovergestelde. Een democratische rechtsstaat bevat ook goede elementen, maar bevat daarentegen ook onjuiste factoren.
Mogen wij uw voeten wassen?
Concluderend: moeten we pleiten op ‘onze eigen mensgrenzen’ en op al hetgeen ‘wij’ ‘geregeld’ hebben voor ‘onszelf’ of vragen we of we de voeten van de ander mogen wassen? Onvoorwaardelijke liefde kost alles van de persoon die de ander lief wil hebben. Niet omdat het moet, maar omdat deze persoon dat wil. Dat, omdat die persoon weet dat hij door een ander is geaccepteerd om wie hij is, ongeacht hoe (gelovig, ongeacht de godsdienst en ongelovig, bijvoorbeeld atheïsten) hij is. Of zitten daar grenzen aan en, zo ja, wat zijn die grenzen dan?
Bedenk bij al voornoemde: is er iets in ons leven dat wij niet hebben gekregen van iemand die ons heeft liefgehad? Wat denkt u van het zuurstof dat er voor zorgt dat ons hart klopt? Is dat van onszelf? Of is dat door ons ontvangen en geschonken door een ander. Functioneert de stad Amsterdam aldus op een wijze waaraan de wereld een voorbeeld kan nemen en kunnen we met de inwoners van Amsterdam draagvlak creëren voor het vaststellen van grondrechten? Zegt u het mij.
Geschreven door: mr. J. (Jan) Budding, jurist en werkzaam bij Uwwet.nl, Woudenberg
Ps. Naast de liefde heeft ook bijna elk mens gemeen dat het eten en drinken nodig heeft. Onderdak is ook gewenst. Is er iemand die zegt: komt, koopt zonder geld, en zonder prijs?Zegt u het mij.
Bronnen:
– Amsterdam en diversiteit
https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisatie/sociaal/onderwijs-jeugd-zorg/diversiteit/diversiteit/
– Internationaal recht
Klik om toegang te krijgen tot h-4-bronnen-van-het-internationaal-recht-jan-wouters.pdf
– Staat (volgens internationaal publiekrecht)
Prof. mr. P.H. Kooijmans, Internationaal publiekrecht in vogelvlucht, Deventer 2002, Kluwer, p. 20 e.v..
– Levensovertuigingen in Amsterdam https://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2014_religie_in_amsterdam.pdf
Een informatief artikel.
Interessant gastartikel bedankt hiervoor.
De rechten die vastgesteld zijn in onze grondwet vind ik al mooi klinken, alleen is het altijd even kijken hoe je dit tot uiting brengt. Ik denk dat als ik kijk naar Nederland en andere landen dat wij het eigenlijk best goed doen.